Stichting Diogenes Leiden

Restaureren van monumenten in Leiden

Hogewoerd 59-61 in het verleden / De ouderdom van de panden

Het is niet bekend wanneer de panden Hogewoerd 59-61 zijn gebouwd. Dit stuk van de Hogewoerd is in het midden van de veertiende eeuw bij de stad getrokken, maar over de bebouwing in de jaren daarna weten we niet veel.

 

Volgens bouwhistorisch onderzoek van Jan Dröge uit 2015 was er in het midden van de zestiende eeuw ter plaatse van Hogewoerd 59-61 al sprake van drie afzonderlijke panden. Dröge neemt aan dat het voorste gedeelte van de twee rechterpanden (Hogewoerd 59 en 61) omstreeks 1610 plaats heeft gemaakt voor twee nieuwe huizen. Het linkerpand (Hogewoerd 61A) was volgens hem kort daarvoor al ingrijpend vernieuwd. Die vroegere datering baseerde hij vooral op de profilering van de consoles onder de moerbalken boven de begane grond (zie de foto).

Dendrochronologisch onderzoek

Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO) heeft een dendrochronologisch onderzoek laten doen naar de ouderdom van balken in de voormalige wijnkoperij. Bij zo’n onderzoek wordt gekeken naar de opeenvolging van de diktes van de jaarringen in een balk, als een soort van streepjescode. Door vergelijking met hout waarvan de leeftijd en andere gegevens bekend zijn, kan worden vastgesteld wanneer de boom gekapt is. Vaak kan zelfs worden bepaald uit welk gebied de balk afkomstig is.

Bij het hout wordt onderscheid gemaakt tussen (van binnen naar buiten) kernringen (hard en meestal donker), spintringen (zachter en lichter) en de schors. Voor een exacte datering is het belangrijk dat er ook spinthout aanwezig is.

In mei 2017 zijn de resultaten van het onderzoek bekend geworden. Aannemersbedrijf Den Dubbelden had aan ELO de koppen gegeven van vier balken die geheel of gedeeltelijk moesten worden vervangen. Een daarvan, een grenen balk, kon niet worden gedateerd omdat hij te weinig jaarringen had: 42 kernringen en 35 spintringen. Bij de andere drie was een datering wel mogelijk, in één geval zelfs een exacte:

 

Een grenen balk uit de begane grond van het oorspronkelijke achterhuis van het rechterpand (nu het middenstuk van Hogewoerd 59) bleek 161 jaarringen te hebben. De boom is gekapt in of na 1658. Het hout was afkomstig uit de regio Havelland/Brandenburg. Er is geen exacte datering door het ontbreken van spint of schors.

Een eiken balk uit de begane grond van het voorhuis van het middelste pand (Hogewoerd 61) had 119 jaarringen. De boom is gekapt in of na 1542. Het hout was afkomstig uit het Saar-Moezelgebied. Deze datering is ook niet exact wegens het ontbreken van spint en schors.

Een eiken balk uit de eerste verdieping van het voorhuis van het linkerpand (Hogewoerd 61A) had 165 kernringen en 21 spintringen met schors. Hier was een exacte datering wel mogelijk: de boom is gekapt in de herfst of winter van 1582. Hij was afkomstig uit Zweden.

 

De onderzoeksresultaten laten met betrekking tot Hogewoerd 59 zien dat het achterhuis van het oorspronkelijke pand kort na het midden van de 17de eeuw moet zijn vernieuwd, met grenenhout uit het oosten van Duitsland. Van Hogewoerd 61 staat nu vast dat het voorhuis in elk geval van na 1542 dateert. Het mooiste resultaat is verkregen bij Hogewoerd 61A. De bouwdatum van het voorhuis is nu bekend: kort na 1582. Die datering sluit aan op het onderzoek van Dröge. De gegevens over de herkomst van het hout zijn ook waardevol. Ze geven meer inzicht in de de handel in bouwhout in die tijd.

 

Naar de volgende pagina: Jan Samuel Timmerman Thijssen.

Terug naar de pagina Hogewoerd 59-61 in het verleden.